De HEERE, uw God, zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden, om de HEERE, uw God, lief te hebben met heel uw hart en met heel uw ziel, zodat u leven zult. Deuteronomium 30:6
Besnijdenis van het hart De voorspellingen over het volk Israël zijn verschrikkelijk. Zij zullen niet met een waar hart voor God buigen en uiteindelijk in ballingschap worden weggevoerd en verstrooid worden over de volken van de wereld. Maar dan het wonder. In de verschrikkelijke crisis zal het volk opnieuw naar God gaan vragen. En God gedenkt aan Zijn verbond. Er zal bekering zijn en God zal de Joden overal vandaan weer terugbrengen naar Jeruzalem en het land Kanaän. En dan volgt vers 6: 'De HEERE, uw God, zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden.' Wat Israël niet wilde en niet kon in hardnekkig ongeloof, dat bewerkt God nu Zelf. Hij vernieuwt het hart. En opnieuw verbindt de Heere daar Zijn zegen aan. Het is heel opmerkelijk dat Nehemia later deze belofte uit Deuteronomium 30 aangrijpt om met God te worstelen over de terugkeer van de Israëlieten uit de ballingschap naar het land van Juda. God blijft trouw aan Zijn verbond, zelfs dwars door de uitvoering van Zijn verbondswraak heen.