Hij is een schild en een hulp voor u, Hij is uw majesteitelijke zwaard; daarom zullen uw vijanden zich geveinsd aan u onderwerpen, en ú zult hun hoogten betreden! Deuteronomium 33:29
De zegen heeft het laatste woord Nog even en Mozes' einde is daar. Hij zal sterven op de berg Nebo. Voor hij zijn taak definitief neerlegt, mag hij de zegen uitspreken over al de stammen van Israël. Eerst maakt Mozes duidelijk dat de Heere gedurende de hele woestijnreis met de Israëlieten is meegetrokken. Uit heel Gods handelen blijkt dat Hij alle stammen liefheeft. Het complete volk wordt hier 'Zijn heiligen' genoemd. Zij zijn bij de sluiting van het verbond allen apart gezet en aan hen allen zijn de woorden van God toevertrouwd. Nadat Mozes aan elke stam apart een eigen zegen gegeven heeft, spreekt hij een bijzondere zaligspreking uit over het gehele volk: Welzalig bent u, Israël! Want u bent een volk dat door de Heere verlost is, en dat onder Zijn bijzondere bescherming staat. En omdat Hij uw koninklijke zwaard is, zullen uw vijanden zich aan u onderwerpen, en u zult hen onder uw voeten vertreden. Inderdaad, hier overheerst de genade. 'Door U, door U alleen'! (Psalm 89:8, berijmd)