Voer minimaal 2 tekens in.
Zie nu in dat Ik, Ik Die ben, er is geen God naast Mij. Ík dood en Ik maak levend, Ik verwond en Ík genees en er is niemand die uit Mijn hand redt!
Deuteronomium 32:39
Het lied van Mozes
In het lied van Mozes komt alles nog een keer ter sprake. De inzet van Gods grote trouw en almacht die Hij betoonde aan het volk, het brengen naar het land Kanaän en de belofte van zegen en voorspoed. Daarna beschrijft Mozes de afval van het volk in ongeloof. Het volk zal de afgoden gaan dienen, zelfs gaan offeren aan demonen. Gods toorn zal de Israëlieten treffen en hen verstrooien onder de volken. Maar geleidelijk aan verandert de toonzetting van het lied. God zal niet het volkomen oordeel over Israël brengen, niet de totale vernietiging. Zijn ultieme wraak zal zich keren tegen de vijanden van Israël. En Hij zal Zich verzoenen met Zijn land en Zijn volk. Hoe kan God hier Zijn barmhartigheid tonen tegenover een volk dat de totale vernietiging verdient? Daar is maar één antwoord op. In Christus vindt God verzoening voor de zonde van Israël. In Hem alleen.
Na zegen en voorspoed, na oordeel en vloek, zal God toch aan Zijn verbond gedenken.