Voer minimaal 2 tekens in.
Jozef zei tegen zijn vader: Dat zijn mijn zonen, die God mij hier gegeven heeft.
Genesis 48:9a
De zegen en de zorg van kleinkinderen
Nee, niet aan iedereen is de zegen en de zorg van (klein)kinderen gegeven. Soms durf je nauwelijks het onderwerp aan te snijden, omdat er zo veel pijn onder kan liggen. Hier wordt erover geschreven. Jozef staat bij het bed van zijn vader met zijn twee jongens. Wat zijn eigen vader Izak overkwam, treft nu Jakob zelf: hij is bijna blind. Hij ziet de contouren van mensen, maar weet niet wie het zijn. Vader Israƫl spreekt over de weg die de Heere met hem is gegaan. Hij had immers niet gedacht dat hij Jozef ooit nog zou zien en nu ziet hij tot zijn grote verwondering zelfs deze kleinzoons. Wonderlijk zijn Gods wegen. De Heere God wil Zijn werk voortzetten van generatie tot generatie. Zijn trouw rust op het nageslacht, omdat de God Die genade heeft bewezen aan Jakob ook Zijn genade aan (klein)kinderen wil schenken in de Redder, Jezus Christus.
'Zijn trouw rust zelfs op 't late nageslacht.' (Psalm 103:9, berijmd)