Hij stond 's morgens vroeg op en bracht brandoffers, voor ieder van hen één, want Job zei: Misschien hebben mijn kinderen gezondigd en God in hun hart vaarwel gezegd. Job 1:5b
Vader Job Job is godvrezend, helemaal aan God toegewijd. Vandaag lazen we dat dit waar is: Jobs grootste zorg blijkt niet zijn immense bedrijf te zijn. Hij vraagt zich ook niet allereerst af of zijn zonen na zijn dood goed voor hun zusters en voor zijn bedrijf zullen zorgen. Job maakt zich allereerst bezorgd om de eeuwige toekomst van zijn kinderen. Zij zijn volwassen en voeren een eigen huishouden. De tien kinderen gaan goed met elkaar om en vieren elkaars verjaardagen. Job is niet wereldvreemd en weet dat juist op zo'n feest de remmen gemakkelijk losgaan. Hij is bang dat zijn kinderen zondigen en God loslaten. Als priester van zijn gezin roept hij daarom zijn kinderen steeds weer bij elkaar. Hij heiligt, dat is: reinigt, hen in zijn voorbede en vraagt hun dit ook zelf te doen. Daarna brengt hij voor ieder kind brandoffers, offers van nieuwe toewijding. 'Ik leg de namen van mijn kinderen in Uw handen. Graveer Gij ze daarin met onuitwisbaar schrift. Dat niets of niemand ze meer ooit daaruit kan branden, ook niet als satan ze straks als de tarwe zift.' (Gebed van Geke Wiersma)