Voer minimaal 2 tekens in.
Als je kinderen tegen Hem gezondigd hebben, heeft Hij hen laten gaan in de macht van hun eigen overtreding.
Job 8:4
Bittere discussies
Nadat Job zijn geboortedag vervloekt heeft, zwijgen de drie vrienden niet langer. Zij gruwen van wat Job in hoofdstuk 3 heeft gezegd. Zij beschouwen dit als een aanklacht tegen God. Het kan toch niet dat Job vragen stelt bij de manier waarop God handelt? De vrienden zijn ervan overtuigd dat God de zonde straft. Hoe zwaarder de zonde, hoe zwaarder de straf, is hun visie. Job moet zijn eigen leven tegen het licht houden en buigen voor God. Job moet wel zwaar gezondigd hebben, dat God hem zo heeft getroffen! Om de beurt nemen de vrienden het woord, Elifaz en Bildad drie keer en Zofar twee keer. Job antwoordt op elke aanklacht. De antwoorden van Job verhogen de spanning. De hoofdstukken 4 t/m 32 zijn aan deze steeds hoger oplopende discussies gewijd. Het komt zover dat Bildad de dood van Jobs kinderen aan hun eigen zonden toeschrijft.
'Wees niet te snel met uw mond, en laat uw hart zich niet haasten een woord te uiten voor het aangezicht van God. Want God is in de hemel en u bent op de aarde. Laat daarom uw woorden weinig in aantal zijn.' (Pred. 5:1)