Wegvluchten voor de HEERE Jona moet van de HEERE naar Ninevé gaan, de machtige hoofdstad van de Assyriërs. Maar hij gaat precies de andere kant uit. Hij vlucht naar Tarsis, ver weg in het westen. Hij wil weg van het aangezicht van de HEERE. Het kwaad was in Ninevé zo groot geworden dat de HEERE het niet langer kon aanzien. In plaats van dit in Ninevé te gaan prediken, probeert Jona zijn roeping te ontlopen, de HEERE te ontlopen. Hij zou beter moeten weten. En wij? Doen wij in ons eigen leven wat de HEERE van ons vraagt? Of lopen we ervoor weg? Bij Hem vandaan? Denken we daarmee weg te komen? Het kan lang lijken alsof het ons meezit. Jona bereikt de kust, vindt een schip met de bestemming die hij voor ogen heeft, betaalt voor de reis en gaat mee. Maar dan veroorzaakt de HEERE een zware storm. Wie niet graag Zijn bevelen gehoorzamen vluchten van Gods aangezicht weg. (…) Zij willen zich onttrekken aan Zijn machtige hand. (Johannes Calvijn)