Voer minimaal 2 tekens in.
Toen werden de mannen zeer bevreesd, en ze zeiden tegen hem: Hoe hebt u dit kunnen doen? De mannen wisten namelijk dat hij op de vlucht was, weg van het aangezicht van de HEERE, want hij had het hun verteld.
Jona 1:10
Vermaand door heidenen
Terwijl het schip dreigt te vergaan, de zeelieden alles doen om dat te voorkomen en ieder roept tot zijn god, is Jona in diepe slaap. Weggekropen in het ruim. Maar de kapitein maakt hem wakker en maant ook hem om zijn God aan te roepen. Dringt het tot je door, Jona? Je moet naar God toe, niet bij Hem vandaan! Ze gaan loten, want door wie overkomt hun dit onheil? Het lot wijst Jona aan. De HEERE bestuurt het. ‘Wie bent u, Jona, wat is uw werk, uw achtergrond, uw volk?’ Ja Jona, dat wilde je juist achter je laten. ‘Ik ben een Hebreeër, ik vrees de God van de hemel, Die de zee en het droge gemaakt heeft. Voor Hem ben ik op de vlucht.’ Dat maakt hun vrees nog groter. ‘Hoe hebt u dit kunnen doen?’ Als heidenen je terecht ter verantwoording roepen, wat heb je dan nog voor verweer?
God kan je vermanen ook door middel van ongelovigen.