Voer minimaal 2 tekens in.
Dit was volstrekt kwalijk in de ogen van Jona en hij ontstak in woede.
Jona 4:1
Boos op de HEERE
Jona kan het niet hebben dat de HEERE Ninevé spaart. In tegenstelling tot God, zou hij wel vreugde vinden in de dood van de goddeloze, maar niet in zijn bekering. Heeft hij van tevoren niet gezegd dat het zo zou aflopen? Heeft hij geen gelijk gekregen? Daarom was hij gevlucht. Omdat hij wist dat de HEERE genadig en barmhartig is, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad. Een prachtige belijdenis! Maar Jona verblijdt zich niet in deze genadige en barmhartige God. Hoewel hij kortgeleden Gods genade zelf ondervonden heeft. Want nu gaat het om Ninevé, Israëls vijand. Die wordt nu helaas niet uitgeschakeld. Jona denkt het beter te weten dan God. Onder deze omstandigheden wil hij liever sterven dan leven. Hij is boos op de HEERE. Maar is dat terecht? De HEERE vraagt het liefdevol. Ook aan jou als jij boos op Hem bent.
‘Heb uw vijanden lief.’ (Matth. 5:44)