Voer minimaal 2 tekens in.
Zou Ík dan die grote stad Ninevé niet ontzien, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn die het verschil tussen hun rechter- en hun linkerhand niet weten, en daarbij veel vee?
Jona 4:11
Doet de HEERE het niet goed?
Een prediker die boos is dat mensen door zijn preek behouden worden; dat is Jona. Hij kijkt toe wat er met de stad gaat gebeuren. Beschut onder een wonderboom die God voor hem beschikt. Daar is hij wel erg blij mee. Helaas heeft hij er maar een dag plezier van. Want God laat de boom verdorren. Opnieuw zou Jona liever dood zijn. En weer vraagt God: bent u terecht boos? Ja, Jona vindt zijn boosheid volkomen terecht. Wat onderwijst God Zijn kinderen toch met veel geduld! Hij sluit af met een vraag aan Jona en aan ons: spiegel jezelf eens aan de HEERE. Jij maakt je al zorgen om tijdelijk genot voor jezelf. Maar wat is Hij goed, barmhartig en genadig! Hij denkt aan al die mensen, aan al die kleine kinderen, aan al die dieren. Geef je toch over aan Hem! Leg alle dingen met vertrouwen in Zijn handen!
‘Door onderwijzing brengt de HEERE hen die dwalen in het rechte spoor.’ (Psalm 25:4, berijmd)