Voer minimaal 2 tekens in.
Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre dat tussen mijn borsten overnacht.
Hooglied 1:13
Omgeven door de geur van mirre
In vers 13 schittert iets van het geheim van heel het boek. Het bundeltje is als een oud-oosterse parfum. Het werd aan een koord om de nek, tussen de borsten, op het hart gedragen en verspreidde zo een lekkere geur, terwijl het andere geuren verhulde. Dit beeld gebruikt de bruid als zij naar zichzelf kijkt. Want zoals een bundeltje mirre, zo is haar Liefste voor haar. Hij maakt haar aangenaam, Hij maakt haar mooi. Door wat Hij doet, kan Hij over haar zeggen: ‘Zie, u bent mooi.’ De Heere Jezus krijgt mirre aan het begin van Zijn leven, als het Kind in doeken gewikkeld. Maar ook aan het einde, als Hij begraven wordt en Nicodemus en anderen Zijn lichaam met de specerijen in linnen doeken wikkelen. In deze weg gaf Christus Zichzelf voor ons tot een aangename geur voor God. Dat maakt mooi. Draag Hem op je hart!
Merk op welk een nadruk de bruid legt op de toe-eigening. Hij is mij, en nog eens, Hij is mij al wat lieflijk is; wát Hij ook voor anderen moge wezen, dit is Hij voor mij. (Matthew Henry)