Vierde Lijdenszondag Waarheen is uw Liefste gegaan, o, allermooiste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste Zich gewend, opdat wij Hem met u zoeken? Mijn Liefste is afgedaald naar Zijn tuin, naar de bedden met specerijen, om in de tuinen te weiden en lelies te verzamelen. Ik ben van mijn Liefste en mijn Liefste is van mij, Hij Die te midden van de lelies weidt. Hooglied 6:1-3
Nieuwsgierig De dochters van Jeruzalem zijn nieuwsgierig. Eerst zagen zij alleen een bruid die niet toonbaar was en waren ze terughoudend op haar verzoek (1:5-6 en 5:7-9). Maar de manier waarop ze haar Bruidegom bezongen heeft (5:10-16), verandert alles. Door haar woorden willen ze meezoeken naar Hem, Die zo begeerlijk is. Ze gaan samen zoeken op de plaats waar Hij gezegd heeft dat Hij te vinden is. Dit mag ons bemoedigen, juist als je het idee hebt dat je woorden soms op rotsachtige grond vallen. Als kinderen of anderen geen interesse lijken te hebben voor God en Zijn Evangelie. Vertel hoe goed Hij is, opdat ze nieuwsgierig worden en met je willen zoeken. En wijs hen dan maar op de plaats waar Hij Zich door Zijn Geest wil laten vinden: Zijn Woord en Zijn gemeente. Daar mag Zijn bruid ervaren: ‘Ik ben van mijn Liefste en mijn Liefste is van mij.’ Het is groot, wanneer 6:3 in het huwelijk beleefd wordt; veel groter is echter, wanneer 6:3 beleefd wordt in het geloofsleven, in de gemeenschap met Christus. (L.H. van der Meiden)