Vijfde Lijdenszondag Begin zomertijd Leg mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm. Want de liefde is sterk als de dood, de hartstocht onstuitbaar als het graf. Haar vonken zijn vurige vonken, vlammen van de HEERE. Hooglied 8:6
Bezegelde liefde Misschien ken je iemand met een zegelring. Het is nu vooral een sieraad, maar in bijbelse tijden was het echt een gebruiksvoorwerp. Naast een ring aan de arm of hand, kon het ook een buisje zijn dat aan een ketting om de hals werd gedragen, en zo op het hart van iemand was gelegd. Het was iemands identiteitsbewijs. Haman heeft misbruik ervan met de dood moeten bekopen. Het verlangen van de bruid is dat zij mag zijn als een zegel op het hart of aan de arm van de Bruidegom. Ze wil het kostbaarste bezit van haar Bruidegom zijn, zoals een zegel. Ze wil tot Zijn identiteit behoren. Wie gelooft, ligt als een zegel op het hart van Christus. Hij draagt de Zijnen in het gebed en wie zij zijn, wordt door Hem bepaald. Hij heeft Zijn identiteit aan de Zijnen verbonden. Heeft Hij jou op Zijn hart gelegd? Christus strekt zijn almachtige hand uit om hen te beschermen, en waar zij zwak zijn en bezwijken, struikelen of vallen, hun onophoudelijke Voorbidder bij den Vader te zijn. (IsaƤc da Costa)