Jezus en Zijn schapen Jezus gaat verder met Zijn onderwijs. Eerst maakt Hij de scherpe tegenstelling tussen Zichzelf als goede Herder en de huurlingen, die niet de schapen dienen maar zichzelf. Wat een tere liefdesband tussen de HEERE als de goede Herder en Zijn schapen die Hem volgen. Hij kent de Zijnen en wordt door de Zijnen gekend, zoals de Vader Hem kent en Hij de Vader kent. En dan voegt Hij eraan toe: ‘… en Ik geef Mijn leven voor de schapen.’ Hier laat Jezus voor het eerst iets zien van Zijn komende lijden en sterven. Vrijwillig zal Hij Zijn leven geven. En daarna zal Hij het opnieuw nemen. En daarom heeft de Vader Hem lief. Die liefdesband tussen Hem en Zijn Vader is het fundament van de liefdesband tussen Hem en Zijn schapen. Door lijden en sterven en opstanding heen zijn ze aan Hem verbonden. Het horen van de stem van de goede Herder is het eeuwige leven.