Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo’n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien? Johannes 14:9
Jezus’ onderwijs aan Filippus Jezus voert een gesprek met Filippus. Hij heeft tijdens Zijn rondgang al veel verteld over de relatie met Zijn Vader: Mijn Vader werkt tot nu toe aan Zijn heilsplan en Ik doe dat ook. Mijn Vader en Ik zijn één. Mijn Vader verheerlijkt Mij en Ik verheerlijk Hem … En nu vraagt Filippus of Jezus aan hen de Vader wil laten zien. Dan zal het laatste restje onrust en twijfel worden weggenomen. Jezus reageert licht verwijtend. ‘Ben Ik nu al drie jaar bij u, en ken je Me nog niet? Als je Mij hebt gezien, dan heb je de Vader gezien.’ Dan volgt een krachtige aansporing. ‘Je moet Mij op Mijn woord geloven dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is. En als je dat moeilijk vindt, geloof Mij dan vanwege de werken die Ik doe.’ Alleen een oprecht geloof in de gekruisigde Jezus maakt zalig. ‘Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.’ (Rom. 4:5)