Als Ik onder hen niet de werken gedaan had die niemand anders gedaan heeft, hadden zij geen zonde, maar nu hebben zij ze gezien en Mij en Mijn Vader gehaat. Johannes 15:24
De haat tegen Jezus en Zijn volgelingen In Zijn afscheidsrede geeft Jezus Zijn leerlingen nog een aantal heel wezenlijke dingen mee. Steeds weer benadrukt Hij dat zij in Zijn liefde moeten blijven, want dat is de enige weg om uit Hem vrucht te dragen. ‘Dit gebied Ik u: dat u elkaar liefhebt.’ En dan bereidt Hij hen voor op de haat die ze zullen tegenkomen. Zij hebben Mij gehaat en zij zullen u ook haten. Zoals Jezus niet van de wereld was, zijn ook Zijn volgelingen niet van de wereld. Zij volgen niet de schema’s van deze wereld, want zij zijn niet uit het vlees maar uit de Geest geboren. Als het om Jezus gaat, is het: of volgen en liefhebben, of verwerpen en haten. En de joden hebben zelfs Zijn tekenen gezien, het bewijs dat Hij door God gezonden was. En juist daartegen richt zich nu hun haat. In Psalm 69:5 stond dit al geschreven. Haat is geweigerde liefde.