28 juni 2022

Niemand (…) niemand …
Amos 9:1
Beslissend gericht over tempel en volk
We horen hier God spreken en we zien Hem handelen. Er is in vers 1 geen sprake van ‘heere’, dat wijst op verbondenheid. Hier is Hij als de verheven Algebieder. Gods oordeel begint bij het heiligdom. En als God verschijnt in de tempels van onze eigen godsdienst, betekent dat het einde. Waar Israël meende het leven te vinden, vindt ze de dood. Wat schokkend, dat je al zingend en biddend je eigen doodskleed kunt weven? En wie ontkomt aan dat neerstortende gebouw wordt door het zwaard gedood. Nergens is een schuilplaats. Gods oog zal vinden. Hij is tegen hen …! Dan breekt Amos weer uit in een lofverheffing op Gods oordeel (vs. 5 en 6). Ik moet denken aan de grote vreugde in de hemel als Babylon gevallen is: ‘Verblijd u over haar, hemel, heilige apostelen en profeten, want God heeft uw vonnis aan haar voltrokken’ (Openb. 18:20).
Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Maar als Hij tegen ons is ….?
bron: https://www.royaljongbloed.com/nl/product/volharding-2022/