Voer minimaal 2 tekens in.
Laat de goddelozen in hun eigen netten vallen, allemaal, totdat ik voorbij ben gegaan.
Psalm 141:10
Tot het einde bewaard
‘Wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.’ Een woord dat je las. Paulus’ waarschuwing om niet naar kwade dingen te verlangen. Dat kan je gebeuren. Je moet je van je zwakheden bewust zijn. David was dat ook. Eerder vroeg hij God om taalbeheersing en hartbewaking. Jezus onderkende de grote gevaren, daarom bad Hij als Hogepriester: ‘Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze.’ Gods bewaring hebben we dus steeds nodig. De wereld trekt aan je, er zijn valstrikken en vangnetten. De duivel loert op je en zoekt zijn kansen. Je hebt hulp van boven nodig om niet in de netten van de goddeloosheid verstrikt te raken. Houd mij vast HEERE, zodat ik alle gevaren voorbijga en Uw heerlijkheid inga. Leven door Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld.
Het is volstrekt geen schande om op God te vertrouwen. (Charles Haddon Spurgeon)