Voer minimaal 2 tekens in.
De HEERE nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal.
Genesis 12:1
Roeping, uittocht en intocht
Deze maand lezen we de geschiedenis van Abraham. In dit hoofdstuk heet hij nog Abram. Niet alleen zijn naam verandert, maar zijn hele leven. Hij is met zijn vader Terah meegegaan van Ur naar Haran. Terah blijft daar steken. Abram wordt door God geroepen om verder te gaan. Drie keer staat er ‘uit’: uit zijn land, uit zijn familiekring en uit het huis van zijn vader. Alles moet hij achterlaten. En hij gehoorzaamt. Op Gods bevel trekt hij uit Haran en komt in Kanaän. Hier begint een heel nieuw gedeelte van de geschiedenis. Een breuk met het verleden, gekenmerkt door roeping, uittocht en intocht. Later zal die trits zich nog meermalen herhalen, zoals wanneer Mozes geroepen wordt het volk Israël te laten uittrekken uit Egypte en intrekken in datzelfde land Kanaän. God roept ook ons het oude leven achter te laten en op weg te gaan naar het beloofde land.
Maak gebruik van uw tijd zolang u leeft. Overdenk met welk doel het leven u is gegeven, namelijk om een goed fundament voor de eeuwigheid te leggen. (Thomas Boston)