Voer minimaal 2 tekens in.
Er kwam hongersnood in dat land.
Genesis 12:10a
Op de proef gesteld en gefaald
Twee dingen vallen in dit gedeelte op. In de eerste plaats het raadsel van de hongersnood. Hoe kan het dat God roept om naar Kanaän te gaan, om Abram vervolgens het verblijf daar onmogelijk te maken? Het tweede is een andere kant van Abram: hij kan ook ongehoorzaam zijn. Als hij Gods weg niet begrijpt, gaat hij eigen oplossingen zoeken. Hongersnood in Kanaän? Dan maar naar Egypte. Hij ‘daalt af’, staat er letterlijk. Gevaar voor zijn leven? Dan maar een leugentje opgedist. In Kanaän was hij een getuige van God geweest. Louter door de aanwezigheid van zijn altaar bracht hij Gods presentie tot uiting. In Egypte wordt zijn leugen tot een vloek voor farao. Zijn geloof wordt beproefd en hij valt door de mand. Als de heilsgeschiedenis zou afhangen van onze trouw, kwam er niets van terecht. Daarom moest die ene Nakomeling komen uit Wiens mond nooit enige leugen voortkwam.
Alle moeite en zorgen die de gelovigen ondervinden, zullen hen verder brengen op hun weg en reis naar de hemel en de zaligheid. (Thomas Brooks)