Voer minimaal 2 tekens in.
… genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.
2 Thessalonicenzen 1:2
Opening
Christenen zijn geworteld in de levende God en de Heere Jezus Christus. Uit Hem ontvangt de gemeente haar levensvatbaarheid voor elke tijd. Dat stemt Paulus tot grote dankbaarheid. Hij is zo blij als een kind tijdens het schrijven van deze tweede brief aan Thessalonica, vermoedelijk eerst vanuit Athene en daarna vanuit Korinthe. Paulus dankt God voor alle goeds wat hem vanuit Thessalonica door Silas en Timotheüs verteld wordt. Het doel van deze brief is om de Thessalonicenzen aan te sporen te volharden in het geloof te midden van alle verdukkingen. Hij waarschuwt hen tegen valse leringen over de spoedige wederkomst van Christus, zodat zij zich niet laten verleiden. Paulus’ houding leert ons dat we het Evangelie niet moeten zien als verstandelijke ideeën of emotionele ervaringen zonder dat het iets uitwerkt, maar als een instrument van Gods genade, waardoor de levende God Zijn hand naar ons uitstrekt om ons te redden.
De genade van God is de opening tot nieuw leven.