Zingen in de nacht In Chaos-stad, waar we gisteren van hoorden, worden tongen losgemaakt om God te eren. In de nachten van de oordelen die zich voltrekken zijn er de verlosten. Zij zingen hun lied van verlossing en bevrijding. Zij juichen en verblijden zich in de HEERE. Stemmen wij op deze toonhoogte in? Zij die zingen weten van de puinhopen vanwege hun eigen zonden, maar ze weten ook van Licht dat gekomen is in onze nacht. Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. God heeft naar Zijn volk omgezien. Ik hoor een loflied in de nacht: ‘Ere zij aan God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in mensen een welbehagen!’ Door de geboren Zaligmaker gloort er hoop. Zo eindigt de oordeelsprofetie: ‘De HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion, en in Jeruzalem.’ De Chaos-stad wordt een stad van eeuwige rust voor allen die het Kind aanbidden. ‘O kom, o kom Immanuël, verlos uw volk, uw Israël, herstel het van ellende weer, zodat het looft uw naam, o Heer!’ (Gezang 125:1, Liedboek voor de kerken)