Voer minimaal 2 tekens in.
Maar alle mensen sloegen zij met de scherpte van het zwaard …
Jozua 11:14
Hoort dit geweld ook bij God?
Bij het lezen van de eerste elf hoofdstukken van Jozua komt onweerstaanbaar de vraag naar voren: past dit doden van alle inwoners van de veroverde steden wel bij God? Mozes en Jozua hebben dit niet op eigen initiatief gedaan. Het is God Zelf Die hiertoe de opdracht gaf (zie Deut. 7:2). God heeft Israël uitverkoren, een verbond met hen gesloten. En Hij wilde dat Zijn volk heilig, afgezonderd van de volken die de afgoden dienden, zou leven. Het ging bij die volken om verschrikkelijke zonden: kindoffers, incest, waarzeggerij en een diepe haat tegen het volk en de God van Israël. De maat van de zonde was vol, zoals dat ook in de periode voor de zondvloed het geval was, en later bij Sodom en Gomorra en bij Ninevé. En dan kan er een moment komen dat God in het gericht treedt. God is lankmoedig, en wil niet dat enigen verloren gaan. Maar vreselijk toornt Hij tegen het met hardnekkige onbekeerlijkheid voortleven in brute zonden.
‘Maar wie ze [zijn zonden] belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen.’ (Spr. 28:13)