Witte donderdag En zij deden Hem een purperen mantel om, en nadat zij een doornenkroon gevlochten hadden, zetten zij Hem die op en begonnen Hem te begroeten: Gegroet, Koning van de Joden! Markus 15:17-18
De Koning bespot Zegt Hij dat Hij de Koning van de Joden is? Bespottelijk gewoon! De soldaten dossen Hem als koning uit, inclusief een kroon van doornen. Ze bewijzen Hem zogenaamd eer en tegelijk mishandelen ze Hem, machteloze Koning die Hij lijkt te zijn. Vervolgens maken ze alles gereed voor Zijn kruisiging. Natuurlijk moet iemand het kruis voor de Koning dragen. Een voorbijganger wordt ertoe gedwongen. Markus en de eerste lezers van het Evangelie kennen hem later als de vader van Alexander en Rufus. Zou de gedwongen betrokkenheid bij Jezus’ kruisiging Simon van Cyrene tot zegen zijn geworden? Boven het kruis komt de reden van de kruisiging van Jezus te staan: DE KONING VAN DE JODEN. Tot spot van deze Koning, maar ook van de Joden. Vanzelfsprekend komt de Koning in het midden te hangen. Een gekruisigde Koning met aan weerszijden Zijn paladijnen, misdadigers uiteraard. Het ongeloof spot met Hem, het geloof aanschouwt Hem met ontzag. ‘Is dat, is dat mijn Koning?’ (Lied 147, Weerklank)