Willekeur De Joodse Raad kan Jezus wel tot de dood veroordelen, maar ze hebben Pilatus nodig, de Romeinse stadhouder, om de straf te laten voltrekken. De aanklacht is dat Jezus als Christus aanspraak maakt op het koningschap. Pilatus ondervraagt Jezus. Die gaat slechts op één beschuldiging in. Hij bevestigt dat Hij de Koning van de Joden is. Maar Pilatus ziet wel dat Jezus geen opstandeling is. Als rechter moet hij Jezus vrijspreken. Toch wil hij de Joden ter wille zijn. Wat willen zij? Willen ze dat hij Jezus loslaat volgens zijn gewoonte om tijdens het feest iemand naar keuze vrij te laten? Hopelijk kiezen ze Jezus. Maar zijn plan mislukt. De volgende vraag is: ‘Wat wilt u dan?’ ‘Wat moet ik met Hem doen?’ Pilatus is wel rechter, maar hij doet geen recht. Dit is geen gerechtigheid. De opgehitste menigte krijgt wat ze maar wil. Jezus is overgeleverd aan pure willekeur. ‘Leer mij naar Uw wil te handelen.’ (Psalm 86:6, berijmd)