Hij zei: Wat hebben zij in uw huis gezien? Hizkia zei: Zij hebben alles gezien wat er in mijn huis is. Er is niets in mijn schatkamers dat ik hun niet heb laten zien. Jesaja 39:4
Tonen de gaven, vergeten de Gever Wat een contrast tussen een piepkleine Hizkia op zijn ziekbed en nu de koning die de delegatie vol trots de schatkamers in zijn paleis laat zien. Ootmoed heeft plaatsgemaakt voor hoogmoed. Hizkia schiet na zijn genezing ernstig tekort in zijn dankbaarheid. Een delegatie uit Babel wenst hem geluk met zijn genezing. Met dure cadeaus proberen ze de koning gunstig gezind te zijn. Hizkia is er gevoelig voor. Hij is vereerd en gevleid met deze aandacht van Babel en ziet mogelijkheden om samen met Babel de strijd aan te gaan tegen Assur. Hizkia vergeet te spreken over de goedheid van God, terwijl hij de gezondheid en gaven alleen van God heeft ontvangen. Zo kunnen ook wij leven van de goede gaven, terwijl wij de Gever vergeten. Zijn hoogmoed wordt door de Heere gestraft. Al wat Hizkia bezit en alles wat zijn voorvaderen hebben verzameld zal worden weggevoerd naar Babel. ‘Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’ (Matth. 6:21)