Tijd nemen om te bidden Hanna houdt niet op, ze blijft bidden. Een gebed zonder einde, zeggen mensen dan. Het ‘amen’ komt maar niet. Ze bidt lang voor Gods aangezicht. Eli let op haar, hij heeft zijn bedenkingen. Haar mond boeit hem. Er rijzen twijfels. Is deze vrouw dronken? Blijkbaar gebeurde dat wel in Gods heiligdom. Eli bestraft Hanna daarom, zij moet nuchter tot God komen. Hanna spreekt de verdachtmaking krachtig tegen. Ze verklaart haar lange verblijf en aanhoudend prevelen. Ze is zeker niet dronken maar ze is in diepe droefheid hier gekomen. Ze bidt daarom lang, innig en intens. Ze zoekt vrede bij God, vrede in haar hart en ze legt het ontzettend vele dat haar bezighoudt voor haar God neer. Eli komt op zijn vooroordeel terug. Hij verzekert haar van de verhoring. Hanna belijdt het als puur genade. Volhard in het gebed. Wie met God leeft is en wordt een ander mens. Wat in ons hart is moet bij God over onze lippen komen.