Voer minimaal 2 tekens in.
Ik bad om deze jongen, en de heere heeft mij gegeven wat ik van Hem gebeden heb.
1 Samuel 1:27
Een kind van het gebed
Hanna bad om een mannelijke nakomeling. De heere denkt aan haar en Samuel wordt geboren. Ze beloofde de heere het jongetje aan Hem te geven. Die belofte komt ze na. Het zoontje heet Samuel. Met die naam is hij zijn hele leven aan zijn begin herinnerd, de hoorder van het gebed krijgt de noemenswaardige eer: op het gebed gaf de heere dit kind. Wanneer Samuel van de borst af is, brengt zijn moeder hem in het heiligdom in Silo. De ouders brengen grote offers. Hanna stelt zichzelf aan Eli voor als de vrouw die hij zich ongetwijfeld herinnert: zij stond hier zo intens tot de heere te bidden. Kijk, deze jongen kregen wij van Hem! Hij is voor de heere! Ik kreeg deze jongen voor de heere Zelf. Ik verlang dat hij voor Hem leeft. Een kind dat de heere dient. Geweldig! Heerlijk! Vervulling van een hartelijke ouderwens.
Een gebed is een schip dat hemelse lading haalt.