De eerlijkheid gebiedt het te zeggen De heere is gekomen, Hij blijft staan. Een groot wonder, dit gebeurde zeer lange tijd niet meer. Samuel slaat de schrik om het hart wanneer hij Gods oordeel over Eli’s huis hoort. Samuel is daarna weer naar bed gegaan. Hij blijft tot aan de morgen liggen. Veel is er door hem heengegaan. Hij moet opstaan, het huis van de heere openen. Hij is onrustig, bang om Eli het visioen te vertellen. Eli merkt het, roept Samuel nu wel. Hij komt en zegt: ‘Zie, hier ben ik.’ Eli wil alle woorden van God horen, dat Samuel niets verzwijgt. Samuel doet wat van hem verwacht wordt. God is eerlijk, Gods eerlijkheid gebiedt te zeggen dat geen zonde ongestraft blijft, daarom treft Gods oordeel Eli’s huis zwaar. Eli reageert zeer nederig, onderwerpt zich, zoals het gebeurt wanneer de schuld hartelijk beleden wordt: Hij is de heere; laat Hij doen wat goed is in Zijn ogen. Eerlijkheid begint met zelf eerlijk te zijn tegenover God en jezelf.