Het voornemen van de HEERE We horen in ons schriftgedeelte over de toorn van de heere en Zijn voornemen om goed te doen. Het gaat om de boosheid van de heere, als het volk Israël Gods geboden overtreedt. Duidelijk is dit in Exodus 32, waar het volk, als Mozes in de nabijheid van de heere vertoeft, danst om het gouden kalf. God is van plan om alleen met Mozes verder te gaan, maar Hij krijgt berouw (Ex. 32:14). Zijn toorn is afgekeerd en Hij gaat verder met Zijn volk. Hier gaat de heere opnieuw verder met Zijn volk. Zijn voornemen is om goed te doen. Hoe het kan, dat Zijn vriendelijk aangezicht vrolijkheid en licht geeft? De Zoon van God gaat de straf dragen die zondaren de vrede aanbrengt. Dat is het goede voornemen van God. Dan zijn daar ook de goede vruchten van de ranken verbonden met de Wijnstok: de waarheid en het recht lief te hebben en je te houden aan je woord, je belofte, geen valse getuigenis spreken. Het voornemen van heere is dat niemand verloren gaat.