Gewonde handen van een boer Aan iemands handen kun je zien wat zijn of haar beroep is. Mijn opa maakte riet schoon, op de binnenkant van zijn handen lag een dikke laag eelt. Zo werkt men niet meer. De man waar het hier over gaat, werkte ook op het land. Maar zijn handen verraden iets anders. Ze laten iets zien van het dienen van de afgoden, tatoeages waren er te zien. Onze tijd laat tatoeages zien van onze idolen, zangers en spelers. Het geeft niet het vertrouwen op de heere, maar het vertrouwen op mensen aan. Ze zijn onuitwisbaar. Wat brengt het je? Hij was kickbokser, daar stond hij stoer met zijn tattoos van kracht en geweld op zijn armen. De Heere God greep hem in de kraag en hij kwam tot geloof en vond de Levensbron in Christus, zijn vuile bron van zonden werd gereinigd. Zijn oude leven was te zien aan de tatoes, maar hij raakte niet uitverteld over Jezus. Zijn handen en armen toonden zijn oude leven, onuitwisbaar, maar zijn mond en handen vertolkten het nieuwe leven In Christus. Zo kan het ook. Echt berouw kent twee adressen: God en de naaste.