Achterblijvers Achterblijvers zijn mensen die niet meegaan. Hoe komt het dat ze niet naar Jeruzalem reizen om het Loofhuttenfeest te vieren? Ze buigen niet voor de grote Koning en vallen buiten Zijn zegen. Het gevolg is dat er geen regen komt met de daarbij komende gevolgen van onvruchtbaarheid, honger. De Egyptenaren denken dat dit hun niet treft, de Nijl voert immers genoeg water aan. Ik hoor Egyptenaren zeggen: ‘Wie doet ons wat?’ Juist op het Loofhuttenfeest, waar het water centraal staat, vormt dit een contrast. In Johannes 7 spreekt de Heiland hier op de laatste dag van het feest en roept: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij of zij tot Mij komen en drinken.’ ‘Nee,’ zeggen ze tegen Zacharia, ‘geen behoefte aan hoor!’ Die ongehoorzaamheid komt hen duur te staan, want dan blijf je achter, voor goed en voor eeuwig. Wat voor toekomstperspectief heb je dan? Buiten zul je staan, vol wroeging. Hebreeën 4:1 spreekt duidelijke taal als het gaat om de achterblijvers: ‘Laten wij er dan beducht voor zijn dat iemand van u ooit schijnt achter te blijven, terwijl de belofte om in Zijn rust binnen te gaan nog van kracht is.’ Achterblijvers kunnen voorlopers worden.