Maar toen zij hem niet langer kon verbergen, nam zij voor hem een mandje van biezen en bestreek het met asfalt en pek.
Exodus 2:3
Een klein arkje brengt redding Al drie maanden hebben ze het bevel van de koning weerstaan. Maar nu gaat het niet meer. De soldaten zullen door de straten komen en het kindergehuil horen. Het beeld dat wrede soldaten hun mooie jongetje meenemen en dat in de Nijl zullen gooien … dat is te erg. Moeder Jochebed neemt het initiatief om haar zoon te redden. Ze neemt een mandje van papyrusriet en maakt het waterdicht. Zo moet het als een klein arkje haar kind tegen de watervloed beschermen. Nee, het is geen wanhoopsdaad. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt dat ze dit in het geloof gedaan heeft. In blindelings vertrouwen op de grote God. Hij zal redden, op welke manier dan ook. Zo kan in ons leven een onhoudbare toestand om een oplossing vragen. Misschien ook maar een arkje maken en daarmee onze nood bij God brengen. Hij is machtig om in onze onmogelijkheid uitkomst te geven.
‘Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, omdat zij zagen dat het een heel bijzonder kind was.’ (Hebr. 11:23)