heere, heere, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw …
Exodus 34:6
God is barmhartig over Israël
Na de zonde met het gouden kalf weigert God verder met het volk mee te gaan. Mozes heeft wel in de gaten dat dit het ergste is. Hoe kunnen ze nu verder gaan zonder de heere? Wie zal hen leiden en beschermen? Daarom stelt Mozes alles in het werk om de heere – menselijk gezegd – op andere gedachten te brengen. En de heere stemt toe. In een gezicht laat Hij aan Mozes zien wat de reden is dat Hij toch meegaat. De heere is barmhartig en genadig. De reden dat God meegaat, is niet de smeekbede van Mozes, maar God neemt redenen uit Zichzelf. Hij is geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw.
Voor ons is het ook belangrijk dat God met ons optrekt door Zijn Geest. Wat zouden we zonder Hem moeten beginnen? God kan hiervoor geen reden in ons vinden, integendeel, we maken de zonde elke dag meer. Maar we steunen alleen op Gods barmhartigheid in Jezus Christus.
‘Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.’ (Joh. 1:18)