Vervolgens maakte hij het brandofferaltaar van acaciahout.
Exodus 38:1
Een brandoffer voor de heere
De Israëlieten zien in het voorhof van de tabernakel dat vierkante altaar staan. Onder een rooster brandt het vuur. Op het rooster worden de offers gebracht. De offers wijzen erop dat God heilig is en met de zonde geen gemeenschap kan hebben. Er moet verzoening gedaan worden. Hoeveel offers zijn er niet gebracht in de tabernakel en later in de tempel? Duizenden en nog eens duizenden. De Israëlieten die dit offer met een gelovig hart brachten, konden zien dat er vergeving was bij God. Toch kunnen de offers niet werkelijk de zonden van de Israëlieten wegnemen. Daarom was er het uitzien naar de Messias, Die de vrede zou brengen. Door Hem zou er een definitieve verzoening worden aangebracht. Daarom wordt de offerdienst wel de schaduwdienst genoemd. Eeuwen later komt de Heere Jezus en door Zijn eigen bloed wordt het volk geheiligd. Door het geloof in de Heere Jezus Christus wordt Zijn verdienste ook de onze. Dat zal in ons leven dankbaarheid geven.
‘Wij hebben een Altaar.’ (Hebr. 13:10)