In de zee uitgestort, wordt het water gezond.
Ezechiël 47:8
Levend en levendmakend water
Dit is misschien wel het bekendste gedeelte uit het boek Ezechiël. Het is ook bijna het slot ervan. Zo is ook de beschrijving van de zuivere rivier die uit de troon van God stroomt in Openbaring 22 bijna het slot van dat boek. Er is wel een verschil. In Ezechiël 47 is nog sprake van moerassen en poelen die niet gezond worden. Deze tempel is wel van de eindtijd, maar nog vóór de wederkomst van Christus. Enerzijds stroomt er door de wereld een stroom van levend water dat gezond maakt. Het Evangelie bereikt steeds meer plaatsen waar het niet eerder was. Anderzijds blijven er moerassen en poelen die onveranderd blijven. Zo blijven er mensen die zich door het Evangelie niet levend willen laten maken. Dit hoofdstuk stelt ons indringend voor de vraag of we al levend gemaakt zijn door Christus, die ons Zichzelf als het levende water wil geven (Joh. 4:10). Wie dat drinkt wordt zelf een tempel van de Geest waar het water ten leven uitstroomt.
‘Vergeving vloeit voort uit Gods barmhartigheid. Wij kunnen geen vergeving verdienen of kopen met onze gebeden, tranen of goede werken.’ (Thomas Watson)