Toen Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op, en (…) kwamen Zijn discipelen bij Hem. En Hij opende Zijn mond en onderwees hen.
Mattheüs 5:1,2
Zalig
Als een nieuwe Mozes zit Jezus op de berg. De woorden van God klinken. Hij zegt waar je voor gaan moet en wat je moet laten. Je knapt ervan op en je ziet scherp waar het echt op aankomt. Je wordt aangesproken en diep getroost. Deze preek zal niet vervelen. Negen keer zegt Jezus ‘zalig’. Als je goed luistert, zet Hij alles op z’n kop. Wat voor mensen belangrijk is, is onbelangrijk voor God. Zalig … Wie? De rijken, de allesweters, alleskunners, alleshebbers? Mensen die altijd blij zijn, die het goed geschoten hebben in het leven? Nee!! Want die hebben het geluk al gevonden. Jezus is gekomen om armen en ellendigen te redden. Zij die tot God roepen om hulp en redding hebben het goed met Hem getroffen. Hij geeft eten en drinken aan hen die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Gelukkig zijn zij die leven op een manier die past bij het Koninkrijk der hemelen, die daarnaar verlangen. Gelukkig is het adventsvolk.
Zalig ben je als je vandaag leeft, met het oog op de Koning en Zijn Rijk.