Tweede Kerstdag
Jezus zei tegen hen: De bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen dat de Bruidegom van hen weggenomen zal zijn, en dan zullen zij vasten.
Mattheüs 9:15
Christusfeest
Jezus noemt Zijn discipelen bruiloftsgasten. Hij is de Bruidegom. Het is beeldspraak van eeuwen geleden. De profeten spraken van de heere als de Bruidegom en Israël als Zijn bruid. In Jezus is God met ons. Nu trekt Hij als de Bruidegom een spoor van liefde door Israël. Daarom is het nu geen tijd om te vasten! Met vasten deed je boete voor God voor alle lichtzinnigheid om je heen, waardoor, zo meende men, de komst van het Koninkrijk van de Messias versneld werd. Maar nu is Het Koninkrijk nabijgekomen. De Koning is geboren … gekomen. Zeker, er komen andere tijden. Er zal dan getreurd en gevast worden. Jezus verwijst naar Zijn sterven. Maar nú mag er gefeest worden. Nu blijft er ook niets meer bij het oude. Zijn komst heeft de werking van jonge gistende wijn. Nieuwe zakken zijn nodig, nieuwe vormen voor geloven in God. Van persoonlijke boete en bekering. En van intense toewijding van heel ons leven aan God. We leven in gemeenschap met onze Bruidegom die voor ons stierf en opstond.
Kerstfeest: we vieren het eeuwige leven!