Israël op de tweesprong Jezus breekt een mens open: uit de gesloten vesting wordt de demon verdreven en de poorten naar de buitenwereld, mond en ogen, gaan open. We begrijpen de menigte: ze gaan uit hun dak. Voor het eerst horen we: Is dit niet de Davids Zoon, de Messias? We begrijpen dan ook de agressie bij de Farizeeën. Het volk dreigt over te hellen naar het geloof in Jezus. Dit moet voorkomen worden. Zij menen zeker te weten wat er aan de hand is. Niet het Koninkrijk der hemelen, maar dat van de hel staat voor de deur. Jezus kon de bezetene binnenkomen omdat Hij zélf aan de binnenkant zat, als bondgenoot van de aanvoerder van alle demonen. Jezus ontzenuwt deze gedachte. Een verdeeld koninkrijk verteert zichzelf! Alleen de kracht van de HEERE drijft demonen uit. Dat weten zelfs de zonen van de Farizeeën. Zij zullen hun rechters zijn in Gods gericht. De vraag zal dan gesteld worden: Waarom hebben jullie God niet erkend in Jezus die Hij gezonden heeft? Israël staat op de tweesprong. Het is spannend in de ontmoeting met Jezus…