Gods gezin Het werk van de Farizeeën is hier helaas uiteendrijven (vers 30). Maar wie zich door Jezus laat vergaderen behoort tot Gods gezin. Ik zie dat handgebaar van Jezus over Zijn discipelen. Zij luisteren naar Zijn koninkrijksonderwijs; en dat is wederbarend. Als dan Jezus´ moeder en Zijn broers Hem willen spreken lijkt Hij Zich voor hen vreemd te houden. Wat bedoelt Jezus toch? Staat Hij negatief tegenover de aardse familiebanden? Nee. Hij keert Zich tot het nieuwe volk van God. En daar is ook voor Zijn eigen familie plaats. De geschiedenis zal leren dat Hij Zijn moeder en broers daarin ook thuis brengt. Ze zullen wedergeboren worden door de opstanding van Christus uit de doden. Ze zijn te vinden onder de christenen van het eerste uur. Jezus´ familieleden zijn zij, die ´s Vaders wil doen. En onze Vader heeft maar één wil: geloven in Zijn Zoon. En in Hem geloven is Hem aannemen. Hem Zaligmaker laten zijn, Hij is het Die ons door Zijn Geest herschept tot dienst aan God en de naaste. Wat wil een mens nog meer…? Rond Jezus weer Thuis bij God!