Krokodillentranen? De vooruit-verwijzing naar de latere koningen Saul en David wordt in dit hoofdstuk voortgezet. De Engel van de Heere komt uit Gilgal. Daar zou later Saul gezalfd worden en David zou er door Juda verwelkomd worden na de dood van Absalom. De Engel des Heeren zegt het volk aan dat God de volken die zij niet verdreven hebben in hun ongehoorzaamheid tot grote ellende zal doen zijn. "Waarom hebt u dit gedaan?", verwijt Hij het volk. Het zijn letterlijk de worden die de Heere sprak tegen Eva na de zondeval (Gen. 3:13). Daarop barst het volk in tranen uit. Dat zal in dit Bijbelboek nog wel vaker gebeuren. Maar we lezen nergens dat er sprake is van berouw. Het volk huilt om de gevolgen van hun ongehoorzaamheid, niet om hun schuld tegenover de Heere. Dan kun je wel offers brengen, maar het hart komt er niet in mee. Dan zijn het maar krokodillentranen. Berouw is geen oorzaak voor vergeving van onze zonden, maar het is een teken dat we van harte de vergeving ontvangen hebben (John Bunyan)