Met hun slechte daden verblijden zij de koning, met hun leugens de vorsten.
Hosea 7:3
Pleasen
Omgaan met mensen die je bewondert, is niet zo eenvoudig. Diep je hart wil je door hen graag aardig, leuk of interessant gevonden worden. Als je hieraan toegeeft, ga je ze pleasen. Zij gaan, misschien zonder dat ze het weten, je leven dicteren, hoe je je kleedt, waar je naar toe gaat, wat je zegt. Als ze aandacht aan je schenken word je blij, als ze zich van je afkeren word je chagrijnig. Je droomt van een vertrouwelijke relatie, om de beste vriend of meest geliefde collega te worden. Als je van dit soort situaties alle franje weglaat, is er maar een analyse passend: ze hebben de plaats van God ingenomen.
Zo was het met Israƫl. Het hoogste doel was mensen tegen wie ze opkeken te pleasen. Ze waren bereid daarvoor de waarheid en hun leven aan te passen. Ze vergaten dat er maar Een is, die ons gelukkig kan maken en recht heeft op onze bewondering en aanbidding.
Please God (1 Thessalonicenzen 4:1; King James Version)