Dit zal ik ter harte nemen,
daarom zal ik hopen.
Klaagliederen 3:21
De hoop hervonden
Hij mag dan de hoop verloren hebben, hij is het vertrouwen op God niet helemaal kwijt, hoe aangevochten hij ook wordt door wat God heeft gedaan. Hij bidt tot de HEERE: Denk aan mijn ellende. God is hem toch niet vergeten? Zelf denkt hij steeds aan zijn ellende. Dat maakt hem ootmoedig. Hij verwacht, als de HEERE aan hem in zijn ellende denkt, dat Hij met ontferming bewogen zal zijn. Zo krijgt hij weer hoop. Hij en veel anderen zijn niet omgekomen. Vanwege de verbondstrouw van de HEERE. Zijn barmhartigheid is niet opgehouden. Iedere morgen geeft Hij een nieuwe levensdag. Groot is Uw trouw, HEERE! Uit de grond van zijn hart zegt hij, bij alles wat hij mist: Ik heb de HEERE nog! Hij zorgt voor mij. Daarom zal ik op Hem hopen. Een heerlijke belijdenis, vind je niet? Wanneer je ziet op de HEERE krijg je toch weer hoop.
'Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel.' (Psalm 73:26)