U, HEERE, hebt mijn verdrukking gezien;
verschaf mij recht.
Klaagliederen 3:59
De HEERE verschaft recht
De Heere heeft het voor de profeet opgenomen tegenover zijn belagers. Hij heeft hem als zijn losser bevrijd, zodat hij niet is omgekomen. De HEERE heeft zijn verdrukking gezien en daartegenover de wraakzucht van zijn tegenstanders. Nu bidt hij dat de HEERE hem recht zal verschaffen. Dat houdt in: redding van Gods volk en oordeel over Zijn vijanden. De Heere kent toch hun plannen. Ze zijn tegen hem. God weet wat ze zeggen en hoe ze hem bespotten. Laat Hij hun geven wat ze verdienen: Zijn rechtvaardige straf. Zó dat Hij hen verhardt en vervloekt, dat Hij hen wegvaagt van onder de hemel. Want Hij is God van heel de aarde. Dit gebed om Gods wraak kun je ook lezen als een aankondiging daarvan. Het gebed komt overeen met Gods heilige wil. De Heere heeft veel geduld met zondaren. Hij wacht lang met Zijn gericht. Maar Hij zal zeker komen.
'Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, ook wanneer Hij lang wacht om hen te hulp te komen? Ik zeg u dat Hij hun met spoed recht zal doen.' (Lukas 18:7-8)