Voer minimaal 2 tekens in.
Deze afdelingen van de poortwachters, de hoofden van de mannen, hadden evenals hun broeders de taak om te dienen in het huis van de HEERE.
1 Kronieken 26:12
Poortwachters
David stelde vierduizend poortwachters aan (1 Kron. 23:5). Zij moesten de tempelschatten bewaken. Zij moesten de poorten van de heiligste ruimtes ’s morgens openen en ’s avonds weer afsluiten. Zij moesten ook mensen tegenhouden die onrein waren en daarom geen offers mochten brengen.
Het doet denken aan de tafelwachten die bij de avondmaalstafel staan. Ze zijn een symbool. De tafel van de Heere met het witte kleed is heilig, niet algemeen toegankelijk. Maar er is verschil. De poortwachters moesten Israëlieten weren die niet rein waren. De tafelwachten niet. Aan de avondmaalstafel zitten onreine zondaren. Ze worden niet tegengehouden, zelfs niet als ze moeten belijden midden in de dood te liggen. Ze worden uitgenodigd. Ze zijn welkom, als ze niet alleen het oog geslagen hebben op hun zonden, maar ook op de Heere Jezus Christus. God ziet ze zitten aan Zijn heilige tafel, in witte kleren, rein gewassen in het bloed van Zijn Zoon.
‘Want door Zijn dood heeft Hij de oorzaak van onze eeuwige honger en kommer, namelijk de zonde weggenomen.’ (Avondmaalsformulier)