Zondag en maandag 1 Kronieken 26 gaat over de bewakers van de tempel. Dat waren allemaal Levieten. Nu gaat het over de strijders, de militaire afdelingen. Het valt op dat David bij het samenstellen van deze groepen een voorbeeld neemt aan de indeling van de Levieten. Vierentwintigduizend Levieten houden toezicht op de tempel (1 Kron. 23:4). De afdeling strijders die maandelijks moet aantreden, telt eveneens vierentwintigduizend man. Hier zit een mooie gedachte achter. Het is een oefening om met de ogen van het Koninkrijk van God naar de wereld te kijken. Om de maandag, de dinsdag en de volgende dagen nauw aan de eerste dag van de week te verbinden. Het Woord, het gebed en de lofzang mee te nemen de week in. In ons denken, ons spreken en ons handelen. Dat voorkomt dat we ons vermengen met de wereld. Het bevordert dat we als christen tot zegen mogen zijn. Het is een getuigenis. ‘Lampen praten niet. Zij schijnen. De zeeman ziet ver over het water zijn vriendelijk licht. Laat vanuit uw dienen van God uw daden schijnen.’ (Charles Haddon Spurgeon)