Bemoediging David bemoedigt zijn zoon Salomo in het belangrijke werk dat hij mag doen: een tempel bouwen voor God. David heeft schetsen en beschrijvingen gemaakt. Hij heeft ontzettend veel kostbaar materiaal verzameld. Toch is het niet deze erfenis waar Salomo zijn vertrouwen op moet stellen. Het werk hangt niet af van zijn betrokken vader. Als Salomo na Davids overlijden het werk ter hand neemt staat er Iemand anders naast hem: de God van David. Daarom hoeft Salomo zich geen zorgen te maken. De Heere zal er iedere dag zijn, en daarom zal het werk tot een goed einde komen. Wat een ontspannen gedachte, voor ieder die werkt in het Koninkrijk van God. Je kunt je zorgen maken omdat er tegenslagen zijn. Er kan gedoe zijn, polarisatie. Je kunt twijfelen aan jezelf. Maar het komt goed. Het materiaal ligt klaar. Het is Gods werk. Hij zal je niet begeven noch verlaten. ‘Wie zelf zijn zorgen op zich neemt, belast zich met een ongemakkelijke last. Ik zal mijn zorgen op God werpen. Ze kunnen Hem niet deren. Hij kan ze verhelpen.’ (Joseph Hall)