De kern van de discussie Met een korte zin komt Stefanus bij een kernpunt van de beschuldigingen. Hij werd er immers van beschuldigd dat hij lasterlijke woorden gesproken had over de tempel. David mocht de tempel niet bouwen, maar zijn zoon de vredevorst wel. Het was een gebouw van buitengewone schoonheid. Het gebed van Salomo bij de inwijding getuigt van diepe afhankelijkheid van de Heere. Stefanus trekt na al het gesprokene een treffende conclusie: dat de Allerhoogste niet in een tempel woont met handen gemaakt (2 Kron. 6:33). ‘Zou God werkelijk op aarde wonen? Zie, de hemel, ja, de allerhoogste hemel kan U niet bevatten, hoeveel te min dit huis dat ik gebouwd heb! (1 Kon. 8:27). ‘De hemel is voor de Heere God Zijn troon en op de aarde rusten Zijn voeten’ (Jes. 66:1). Zo kritisch sprak Jesaja over de tempel. En de wet, die hebben jullie niet in acht genomen. Wat een bijbels onderwijs geeft Stefanus. Er is geen speld tussen te krijgen. Wat doen zijn beschuldigers ermee, en wij? Het is verzet of overgave. ‘Waar twee of drie in de Naam van God de Vader bijeen zijn, daar is Hij in hun midden.’ (Matth. 18:20)