Anti-Pinksteren Is de tempel de plek waar God woont, of waar het volk samenkomt om Hem te dienen? Stefanus denkt aan het laatste. Waarom zweren jullie dan bij de tempel, dat kan toch niet? Stefanus ervaart het verzet. We horen de felheid van zijn woorden, vergelijkbaar met Mozes toen hij voor het gouden kalf stond. Sinds Egypte verzetten jullie je al tegen de kracht van het Woord, het werk van de Heilige Geest, tegen het kloppen op de deur van je hart. Hoe komt een zondaar tot geloof? Het begint met luisteren. Nu – zegt Stefanus – als uitverkoren volk van God lijken jullie op onbesneden heidenen. Wat een verzet. Jullie buigen niet voor de levende God. Dat is anti-Pinksteren. Op de Pinksterdag wordt het verzet gebroken, want ‘toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt’ en vroegen de apostelen: ‘Wat moeten wij doen?’ Het antwoord was: ‘Bekeer u’ (Hand. 2:37-38). Vandaag is het Pinksteren. Hoor die buitengewone belofte: ‘Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn’ (vers 39). Christus roept u. Heilige Geest, vul voor het eerst of opnieuw mijn hart!