De eerste rechtszaak Er zijn drie voorwerpen in het heilige van de tabernakel: het reukofferaltaar, de gouden kandelaar en de tafel van de toonbroden. Verschillende voorschriften over de laatste twee voorwerpen komen aan de orde, zoals de verordening dat het licht altijd moet blijven branden. Vervolgens komt er een verhalend deel waarin diverse regels die zijn gegeven worden behandeld. Een jongen van wie de moeder Israëlitisch is en de vader Egyptisch, krijgt ruzie met een Israëliet. Het wordt een vechtpartij waarbij de jongen Gods Naam misbruikt. Hij wordt gegrepen en bij Mozes gebracht. Vervolgens wachten ze op het spreken van de Heere (vs. 12). God spreekt via Mozes. Hij geeft bevel dat de jongen buiten het kamp moet worden gestenigd, nadat de mensen die het hebben gehoord hun handen op hem hebben gelegd. Een verschrikkelijke gebeurtenis waarin Gods heiligheid sterk tot uiting komt. Hij is Eigenaar van Zijn volk, inclusief de vreemdelingen. Wat vindt u van de volgende uitspaak: Gods heiligheid eist bij overtreding zware straffen.